Nieuws van Anne
Hoezo een veilige groep?
Hoe maak ik van mijn (mentor)klas nou een fijne groep? Een groep waarin ieder kind zichzelf kan en mag zijn. Een groep waar anders zijn oké is. Tja, want wat is eigenlijk anders?
Vorige week mocht ik een training geven op een middelbare school. Dit keer aan mentoren.
Deze mentoren hebben hun handen vol aan klassen van zomaar rond de 30 leerlingen. Iedere leerling met zijn eigen verhaal, met zijn eigen achtergrond, gezin van herkomst. Met zijn eigen ervaringen, strubbelingen en tempo van ‘volwassen’ worden. Kortom zomaar eens 30 systemen in 1 klas. En dan hebben we het nog niet eens over de (cognitieve) vaardigheden en het kennen en kunnen van iedere afzonderlijke leerling. Ik kom zelf uit het onderwijs dus weet precies wat ik me hierbij voor kan stellen.
Die 30 verschillende systemen, waarbij van alles kan spelen en van alles aan de hand kan zijn veelal onder het oppervlak, hebben bepaald gedrag tot gevolg en dat kan zomaar eens tot uiting komen in een klas, in jouw klas.
Dan gaat jouw klas ook nog eens allerlei fases door (dit zien we overigens bij ieder groepsproces terug), dit heeft de nodige impact. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de ‘stormingsfase’ het lijkt wel een kippenhok. Iedereen is op zoek naar invloed en zijn plek in de hiërarchie.
Kinderen, jouw leerlingen, zijn meesters in spiegelen. Wanneer jij als mentor een ‘slechte dag’ hebt, of wanneer er onrust heerst in jouw team of misschien wel in jouw organisatie, zie je dat terug in het gedrag van jouw leerling. Ook niet gek toch?
Hoe is het dan ooit mogelijk om van een groep een fijne groep te maken?
Ga voor de verbinding! De leerling komt naar school voor sociale contacten, voor jou. Heb niet de illusie dat ze komen voor jouw vak. Dat komt daarna pas. Éerst is er die verbinding nodig. Vanuit die verbinding komt er ruimte om informatie en kennis over te dragen.
Als mentor moet je veel. Misschien wel te veel? Jouw leerling moet veel, misschien wel te veel?
Loop samen op en investeer in die verbinding, niet alleen aan het begin van het jaar maar constant. Scherp het wel aan in het begin van het jaar en na ieder vakantie. Laat de kennis die je over wil dragen en de doelen die je moet behalen niet de boventoon voeren. Dat werkt als je niet oppast verwijderend. Verwijderend van jezelf en verwijderend van jouw leerlingen. Je werkt met mensen, dan heb je die verbinding nodig om goed te kunnen functioneren. Dit geldt ook voor jouw leerling.
Zien en gezien worden! Heb je de behoefte om die leerling echt te leren kennen? Mag die leerling jou ook leren kennen? Wat zou er gebeuren als je daar bewust op in zou zetten? De kans is groot dat er ruimte komt voor wederzijds begrip en respect, voor vertrouwen en verbinding, voor plezier en ontspanning. Er komt meer ruimte om fijn en goed te kunnen werken. En als het dan even niet lukt, kun je op basis van dat opgebouwde vertrouwen en die verbinding samen naar een oplossing zoeken.
Zorg voor veiligheid! Wanneer de leerling jou mag leren kennen, wie jij bent als mens zal hij ook willen weten of je betrouwbaar bent. Doe je wat je zegt en zeg je wat je doet? Hij wil weten of je oog voor hem hebt, voor de situatie waarin hij misschien wel zit. Hij wil erop kunnen vertrouwen dat wanneer er sancties komen, die volledig terecht zijn omdat jij oprecht en eerlijk bent. Hij wil jou graag als pleitbezorger en hij wil weten dat jij voor hem op zal komen mocht dat nodig zijn. Hij wil merken dat je oog hebt voor de hele klas en ingrijpt als er dingen gebeuren die de groep onveilig kunnen maken. Én hij wil vooral zien dat ook jij gewoon mens bent.
Natuurlijk lijkt dit makkelijk gezegd (geschreven), want je zal maar een groep voor je neus hebben waar werkelijk waar geen land mee te bezeilen is. Ga dan juist investeren in de relatie (hoe tegenstrijdig dit misschien voor je kan voelen). Kijk áchter het gedrag. Hoe is de thuissituatie bij jouw leerlingen?
Wanneer er niet te werken was met jouw klas, vraag je dan eens af wat ze zouden hebben kunnen spiegelen? Was er ruimte voor aandacht of moest er vooral geknald worden om die doelen te behalen? Wat voor dag hadden ze tot dan toe? Wat nam jij zelf mee die dag en hoe stond je voor de klas? Heb je ze überhaupt ‘oprecht’ welkom geheten? Is er misschien onrust in jouw team? Kinderen prikken echt overal doorheen!
Wat zou je zelf anders kunnen doen? Is jouw werkelijkheid ook de waarheid?
We hebben niet zo één, twee, drie DE oplossing. Maar een ding weten we wel; als mens zijn we altijd op zoek naar verbinding. Verbinding met onszelf en met de ander. We willen gezien worden. Laat dit dan een mooi uitgangspunt zijn om van onze klas een veilige klas te maken, daar heeft de leerling jou als mentor keihard voor nodig! Dit EERST, dan pas de kennisoverdracht.
Breng jouw leerling in beeld. Wie heb je voor je? Zie daar dan ook het hele systeem achter.
Hier hebben we een start mee gemaakt tijdens de training.
Prachtig om te zien hoe deze mentoren oog kregen voor het hele systeem middels opstellingen. Wie staat waar en waarom staat diegene daar? Wat weet je van diegene, wat draagt hij/zij met zich mee? Er komt ruimte om te zien wat er nodig is, nodig voor die ene leerling, nodig voor de hele groep en nodig voor de mentor. Dingen zichtbaar maken werkt verbindend en zet aan tot de juiste actie!
Wat is het onderwijs toch een prachtig mooi werkveld en zó belangrijk voor onze kinderen. Laten we alle mentoren, docenten, leerkrachten en andere professionals in het onderwijs koesteren en helpen die verbinding te blijven zoeken en maken! Juist naast alles wat er aan verwachtingen ligt, lijkt dit weleens op de achtergrond te raken. En dat is zonde. Als er mensen zijn die juist die verbinding kunnen en willen maken en een stuk op weg willen gaan met ons kind, zijn het wel onderwijsmensen!